"Het psychisch trauma ontstaat omdat de normale
heftige emoties en de daardoor ontstane reacties
na verloop van tijd overgaan in langdurige
vastzittende reacties."
Men gaat psychobiologisch over van een situatie van verdediging, tijdens het gevaar, naar een situatie van overleven, na het gevaar. Dit, omdat uiteindelijk niets meer veilig voelt, waarbij ook nog eens alle zelfvertrouwen plots weg is. Er ontstaat een getraumatiseerd deel van de persoon - een overlevingsdeel en een gezond deel. Dit stelt de persoon in staat om de situatie letterlijk te overleven.
Bij PTSS wordt men getriggerd, wat leidt tot een constante alertheid van het lichaam die tot allerlei gevoelens leidt – het is een systemische biologische reactie van het lichaam wat niet meer overeenkomt met het hier-en-nu. Men is alle controle in het hier-en-nu kwijt en gaat dus als het ware vanuit de herinnering leven.
Een trigger is een gebeurtenis, voorwerp, afbeelding of aanwijzing die gevoelens van angst, vrees, woede, of andere soorten van persoonlijke persoonlijke belasting en stress oproept.
Triggers zijn vaak onschuldig, maar worden in verband gebracht met het oorspronkelijke trauma.
Voor de meeste mensen met PTSS zijn triggers niet noodzakelijk gevaarlijk, maar ze herinneren hen aan hun traumatische ervaringen.
Voorbeelden van triggers zijn;
De linker en rechter-amygdala (oude hersenen) herkent de gelijkenis en - niet beseffend dat het gevaar voorbij is - produceert de Amygdala een golf van angst die de vecht, vlucht, bevriezen, of flauw vallen reactie activeert. Bepaalde bezienswaardigheden, geluiden, geuren, lichamelijke sensaties, plaatsen, activiteiten en situaties kunnen triggers zijn voor mensen met PTSS en kunnen leiden tot een golf van angst en een sterke drang om te vluchten, of te vermijden.
"Vermijding is een kortetermijnstrategie om aan weerstand en pijn te ontsnappen en een langetermijnstrategie om
persoonlijk lijden in stand te houden."
Er zijn geen situaties meer die vanzelfsprekend zijn – het hele leven zit plots vol met onzekerheden en onvolkomenheden en omdat men geen zelfvertrouwen meer heeft, komt reddeloosheid, radeloosheid en hulpeloosheid op de voorgrond.
Wanneer er vaak ook nog eens aanvullende neerslachtigheid bij komt, is men niet alleen maar 'somber' maar is alles qua stemming ook nog eens afgevlakt en ‘mat’ geworden. Het ‘beeld’ van het leven wordt letterlijk ‘zwart-wit’. Wie en wat kan er nog ‘mooi’ zijn wanneer alles zijn kleur heeft verloren?
Dit laatste maakt zelfacceptatie, maar ook acceptatie door de omgeving van de persoon met PTSS zo uitdagend.
Typische verschijnselen van PTSS zijn:
Deze verschijnselen blijven echter, ook na een periode van een maand na het betreffende trauma bestaan en beïnvloeden sterk het dagelijks leven van de persoon met PTSS. Naarmate de psychische problemen groter zijn is spoedige hulp erg belangrijk.
"Hoe langer de situatie blijft bestaan hoe groter de
verstoring van het normale leven wordt – niet
alleen van de persoon met PTSS zelf, maar
ook van zijn of haar partner, kinderen,
uitgebreide familie en werkomgeving."
Werken wordt sowieso al snel bemoeilijkt omdat er allerlei ongewone situaties en ongewenste momenten ontstaan op het werk, waarbij de door anderen ongepaste reactie vaak niet geaccepteerd wordt. Uiteindelijk leiden de ongecontroleerde ongewenste momenten tot berispingen, verzuim of zelfs schorsing.
In de sectie Geheugen en Trauma zal ik dieper ingaan op herbelevingen en herinneringen. Ik zal dan ook beschrijven wat het grote verschil is tussen deze twee. (*1, *2)
(*3) In een specifiek PTSS in Beeld artikel "Doorlopende trauma’s bestaan niet – Triggers die flashbacks en voortdurende stressreacties veroorzaken wel!" beschrijf ik de diverse vormen van flashbacks, met als algemeen kenmerk een onvoorspelbare en oncontroleerbare overname van de bewuste geest.
Uiteenval (dissociatie) ontstaat soms bij PTSS wanneer er een aantal psychische functies niet meer goed functioneren, bijvoorbeeld bewustzijn, geheugen, identiteit (wie je bent) en de waarneming van de omgeving. Soms lijkt dit op wegdromen en dus niet meer in de ruimte aanwezig zijn waar je bent, je bent letterlijk met je gedachten ergens anders.
Bij gedeeltelijke of volledige dissociatie is dit echter sterker. Je bent als het ware even ‘buiten jezelf’ – ‘los van jezelf’. Het tijdbesef is even weg en je weet ook even niet meer hoeveel tijd er tijdens de ‘dissociatie’ voorbij is gegaan. Er zijn dan op dat moment minder gedachten en gevoelens en er is een duidelijke vertekening van de herinnering. Soms komt het zelfs voor dat er voor de gehele traumatische ervaring of voor een bepaald afschuwelijk detail van het trauma geen bewuste herinnering bestaat - je kunt bij een volledige dissociatie ook wel spreken van een 'blackout' (*4).
De reden hiervoor wordt in de sectie Geheugen en Trauma verder beschreven en toegelicht. Het heeft als eerste te maken met de onbewuste keuze om de situatie ‘werkbaar’ te houden, door er onbewust bij weg te blijven. Dit is een duidelijke manier van onbewust omgaan met de situatie en om letterlijk te kunnen overleven.
"Iedereen kan PTSS krijgen, maar er is een duidelijk
verhoogde kans op (beroepsmatige) PTSS bij bijvoorbeeld
politie, landmacht, luchtmacht, marine, brandweer,
ambulance, ziekenhuis,onderwijs personeel,
executives, professionals en ondernemers."
We weten inmiddels dat iedere ‘niet goed verwerkte’ gebeurtenis gelukkig niet tot PTSS leidt.
We weten ook dat niet goed verwerkte gebeurtenissen, in het geheugen wel degelijk onbewuste ‘sporen’ kunnen nalaten - Ook weten we dat deze 'sporen' in een later stadium, onbewust aanleiding kunnen geven tot automatische ongewenste effecten in het dagelijks leven.